Banner Banner

Postduivenvereniging BEP: 101 jaar passie voor de sport

Een interview met Bram ten Klei en Gerard Timmer over de postduivenvereniging Beemster en Purmerend.

Bram ten Klei was 8 toen hij begon met de duivensport. ‘Er kwam een duif met een gebroken vleugel aanvliegen, die helaas niet meer te redden was’. Toen begon zijn interesse in duiven. Zijn opa, die vroeger duiven had, bouwde een hok voor hem en hij kreeg een paar duiven. 40 jaar later is hij voorzitter van postduivenvereniging BEP. Gerard Timmer is secretaris van de club en al 36 jaar lid. Ook hij is opgegroeid met duiven. ‘Mijn vader, broer, oom en neef hebben allemaal duiven gehad’. We spraken hen in het clubgebouw, om meer te weten te komen over de vereniging en de sport.

 

Samenkomen

De 101-jarige PV BEP zit al ruim 20 jaar in het Dwarsgouwgebied. De overige 80 jaar zaten ze op andere plekken in Purmerend. Loop je op een willekeurige woensdag naar binnen, dan is er geen duif te vinden. Het gebouw zorgt ervoor dat liefhebbers kunnen samenkomen om de hobby te beleven. Want hoewel de duiven thuis in de tuin gehouden worden, is de club het vertrekpunt van de duiven die op vlucht gaan. Bram vertelt: ‘We komen hier in de lente en zomer samen om de duiven te verzamelen voor de vluchten. Vervolgens doen we hier een bakje koffie of een biertje samen.’ Dan komt de vrachtwagen, worden de duiven ingeladen en gaat iedereen weer naar huis. Het wachten kan beginnen.

 

Uitgebreid proces

En dat is ook precies wat Gerard en Bram het leukste vinden. De spanning van het afwachten hoe snel jouw duif weer thuis is. Ze doen er dan ook veel aan om een duif goed te verzorgen. Goed voer, trainen en zorgen dat jouw duif niet ziek wordt. Want ja, ook duiven kunnen verkouden worden. ‘Het hele proces is meer dan alleen een handje voeren en een beetje drinken geven’. Het is ook van belang dat je goede duiven op hok hebt, en daar dan weer een nog betere duif uit kweekt. Binnen de verenging helpt de één de ander graag. ‘Je geeft wel eens een duif weg, of ruilt ze met elkaar. Mijn beste duiven komen bij Gerard vandaan!’.

 

Technische innovaties

Als de duiven terug zijn, dan bellen ze met elkaar om weer af te spreken op de club. Waar je vroeger je duif handmatig moest aanmelden, gaat dat tegenwoordig met een computer en een chip. ‘De technische innovaties zijn heel groot. Je kunt de duiven nog niet live volgen, maar dat zit er wel snel aan te komen’. De chip lezen ze uit op de club om daar vervolgens een uitslag van te maken. De sport gebeurt ook in competitieverband. De duif die het snelste is over 6 à 7 vluchten wint het kampioenschap. Er zijn verschillende competities, van 100 tot 300 kilometer, van 300 tot 500 kilometer en van 500 tot 700 kilometer. Voor elke afstand heb je dan ook weer een ander soort duif. ‘Het is te vergelijken met sprinters en lange-afstandsrijders.’ Een goede duif vliegt in 1,5 dag van Barcelona naar Nederland.

 

Verdwaald en verdwenen

Het gaat niet altijd goed. Soms keert een duif niet terug, door het weer of omdat hij onderschept is door een roofvogel. Ze kunnen ook verdwalen en ergens in een ander deel van Nederland terechtkomen. Maar dan haal je de duif gewoon weer op of gaat hij met een speciale koeriersdienst mee. Gerard vertelt: ‘Ik heb wel eens een duif gehad die 2 jaar weg was. Daarna kwam hij terug. Geen idee waar hij geweest was!’.

 

Ontspanning

Gerard heeft een stuk of 20 duiven. Bram vliegt met 24 oude duiven en ongeveer 70 jonge duiven. Hij doet ook mee aan zogenaamde ‘eenhoksracen’ in het buitenland. Want hoewel de sport in Nederland steeds minder beoefend wordt, neemt de populariteit in Europa en zeker in Azië toe. Hoe hoger je duif eindigt, hoe meer hij waard wordt. ‘Je wordt zo ook weer bekender, en als mensen weten dat jij goeie duiven hebt, dan komen ze bij jou’. Maar hij beoefent de sport vooral voor de ontspanning. ‘Ik werk, dan kom ik thuis en ga ik even een uur met de duiven aan de gang. Even je hoofd leegmaken.’ Ooit waren er 60 hokken in Purmerend, bij mensen thuis in de tuin. Inmiddels zijn dat er 30. De sport is immaterieel cultuur erfgoed. ‘Ze doen hun best om de duivensport te behouden’. 

 

Bram en Gerard met hun duiven
hokken van de postduiven
kaartje
duif in hand