Het Kinderparadijs: de plek waar je ongedwongen mag spelen en ontdekken
Menig Purmerender heeft er z’n jeugd doorgebracht: het Kinderparadijs. Zo ook Mike, jeugdwerker bij Clup Welzijn en geboren en getogen in Wheermolen. Hij is geboren in een flat aan de Pampusstraat en heeft vroeger zelf ook in het Kinderparadijs gespeeld. ‘Ja, daar heb ik nog wel herinneringen aan. Aardappels schillen, frietjes bakken. En nu mag ik het mijn werkplek noemen, hoe mooi is dat.’
Hutten bouwen
We bezoeken het Kinderparadijs midden in een feestweek. Het bestaat dit jaar 50 jaar en dat wordt gevierd. Mike leidt ons rond over het terrein. Wat meteen opvalt is de rust die er heerst. Het is stil, je hoort alleen de vogels. En een paar enthousiaste geluiden van kinderen die hier – tijdens de herfstvakantie – hutten bouwen. Op het bouwveld mogen ze ontdekken hoe ze dat voor elkaar gaan krijgen. Mike: ‘We stimuleren dat kinderen zelf uitzoeken hoe ze een hut bouwen. Ik ga niet hulp opdringen. Kinderen krijgen tegenwoordig al zo snel hulp, onderzoeken is er niet meer bij. Ik zeg altijd: probeer het gewoon, wat kan er gebeuren. En niet opgeven. Ga gewoon lekker bouwen. Als je niet handig bent, dan word je het hier vanzelf!’
Vertrouwen
We lopen door naar het vuurveld waar een paar kinderen marshmallows roosteren. Op het hele veld mag je vuurtjes maken. Er hangt een beschrijving hoe je dat moet doen. En natuurlijk zijn er vrijwilligers die helpen als het echt niet lukt. In het clubhuis van Clup Welzijn leen je materiaal: pannen om pannenkoeken te bakken of popcorn te maken, hamers, zagen en ander gereedschap. Er hangt een groot vel papier met doorgekruist ‘Ik wil’, en daarnaast ‘Mag ik?’.
Mike: ‘Dat vinden we belangrijk. Er mag veel, maar vraag het gewoon netjes. Als kinderen in groep 8 zitten of naar de middelbare school gaan, hebben we altijd een gesprekje over verwachtingen. We verwachten dat ze dan weten dat ze op hun taalgebruik letten, dat ze helpen als ze zien dat een kleiner kind hulp nodig heeft. We geven veel vertrouwen. En dat is waar het weleens aan ontbreekt bij de kinderen. Als het dan vaker goed gaat, geven we oudere kinderen meer verantwoordelijkheid. Je ziet zo’n kind dan opbloeien en veranderen van een schuchter kind, naar een heel sociaal kind. Ze ontdekken hier vaak dingen van zichzelf waarvan ze niet wisten dat ze het in zich hebben.’
Automatisch contact met andere kinderen
Via een vlot of met een bootje kom je op een eiland. Hier is het echt ongerepte natuur. Over het water loopt ook een kabelbaan. De kabelbaan zorgt er vaak automatisch voor dat kinderen met elkaar in contact komen, merkt Mike. ‘Deze plek dwingt je eigenlijk om contact te maken met andere kinderen. Je hebt elkaar nodig.’ Achter het eiland ligt de heemtuin. Tot voor kort was Mike daar nog nooit geweest. ‘Laatst hebben we een rondleiding gekregen door de heemtuin, tijdens een wandeling met de gemeente en de andere verenigingen in het gebied. Ik heb die dag veel nieuwe dingen geleerd. De duivenvereniging kende ik bijvoorbeeld niet. En de volkstuintjes, er liggen daar 133 tuintjes, wist jij dat?’ Mike is blij dat het Kinderparadijs blijft zoals het is. En dat de rest onder de loep wordt genomen, zoals de wegen en de omgeving. ‘Vaak weten mensen het Kinderparadijs niet te vinden. Het zou fijn zijn als je bij binnenkomst van het park in één oogopslag ziet waar alles zit. En parkeergelegenheid. Ook al stimuleren we mensen om op de fiets te komen, er komen ook kinderen van buiten Purmerend.’
Toekomstplannen
Ideeën voor de toekomst heeft Mike genoeg. ‘Het lijkt me leuk om een kriebelroute te maken. Dat we kinderen kunnen onderwijzen wat hier leeft, groeit en bloeit. En ik zou nog graag iets willen doen voor kinderen tussen de 12 en 15 jaar. Daar is nu weinig voor om te doen. Een tieneravond bijvoorbeeld, gewoon lekker film kijken met popcorn. En dan natuurlijk in samenwerking met Kenjedie, de tienerontmoetingsplaats achter het Makado. De gesprekken die we hebben met jongeren zijn heel waardevol. We spreken je nooit aan op wie je bent, maar altijd op gedrag. En hoe je je gedraagt in de openbare ruimte, dat kun je hier mooi oefenen.’